CD VTH-stelsel
Standpunt - 4 december 2024
Costa Rica, Ghana, Mali, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk, Noord-Ierland en Uruguay zullen tijdens de komende Milieuvergadering van de Verenigde Naties (UNEA5.2) van 28 februari tot 2 maart in Nairobi, een ontwerpresolutie indienen waarin wordt opgeroepen tot het instellen van een intergouvernementeel wetenschappelijk beleidsorgaan voor de aanpak chemicaliën, afval en vervuiling. Vewin heeft door middel van een brief aan staatssecretaris Vivianne Heijnen (IenW) die namens Nederland aan de VN-vergadering zal deelnemen gevraagd om deze resolutie ook te steunen. Vewin pleit al jaren voor het uitbannen van lozingen van stoffen die een gevaar kunnen zijn voor de bronnen van drinkwater.
Het wereldwijd gebruik van chemische stoffen, bestrijdingsmiddelen, micro-plastics en het lozen van daarbij behorende afval neemt toe. Deze wereldwijde bedreiging voor het milieu kent geen nationale grenzen en vormt daarmee ook een bedreiging voor de kwaliteit van de Nederlandse bronnen van drinkwater. Een verbod of vergaande restrictie van het gebruik van zeer schadelijke en persistente stoffen zoals PFAS moet volgens Vewin in elk geval Europees ingesteld worden, maar kan het beste op wereldschaal aangepakt worden. Een reeks achtergrondrapporten opgesteld door de VN in reactie op de UNEA4-resoluties pleiten sterk voor een gezaghebbende wetenschappelijke autoriteit om tijdig beleidsmaatregelen te kunnen adviseren om zo de mondiale risico’s van chemicaliën, afval en vervuiling te verminderen. Deze autoriteit zou moeten bestaan uit deskundige, onafhankelijke en representatieve experts die werken volgens een open en transparant proces. Er bestaan al enkele wetenschappelijke beleidsorganen op het gebied van chemicaliën, afval en vervuiling, bijvoorbeeld in het kader van de Verdragen van Basel, Rotterdam, Stockholm en Minamata. Deze zijn echter niet volledig dekkend. Er bestaan aanzienlijke lacunes op het gebied van lood en andere gevaarlijke metalen, (zeer gevaarlijke) pesticiden, hormoonverstorende chemicaliën en vele andere zorgwekkende stoffen die niet onder de bestaande kaders vallen. Bovendien beschikken de bestaande kaders over het algemeen niet over mechanismen om nieuwe en opkomende dreigingen proactief op te vangen, of om effectief samen te werken met het IPCC (klimaatverandering) en IPBES (biodiversiteitsverlies).
-Lees hier de brief van Vewin aan staatssecretaris Heijnen (IenW)
-Lees hier de oproep van het IPCP, een onafhankelijk netwerk van wetenschappers op het gebied van milieuvervuiling om de resolutie te steunen: Sign-on Campaign: Academic Scientists Call for a New Global Science-Policy Body | IPCP