Jaarverslag Vewin 2023: actie nodig voor de toekomst van ons drinkwater
Nieuws - 3 juni 2024
De Nederlandse Waterwet, de Drinkwaterwet en de Europese Kaderrichtlijn Water stellen eisen aan de kwaliteit van drinkwater, oppervlaktewater, grondwater en afvalwater. Zeker weten of water veilig of schoon is, doe je door te meten. Maar hoe meet je en waar kijk je naar? Dat staat in normen die worden opgesteld bij NEN, het
Nederlandse kennisnetwerk voor normalisatie.
Nederland hecht veel waarde aan een goede waterkwaliteit. Niet alleen van ons drinkwater, maar ook van grondwater, rivieren en recreatieplassen. De provincies, waterschappen en gemeenten bewaken de kwaliteit van bijvoorbeeld het grondwater, de sloot en de zwemvijver.
Drinkwaterbedrijven zorgen voor schoon drinkwater. Bouwregelgeving eist dat veilig drinkwater uit de kraan komt en dat afvalwater via het riool netjes wordt afgevoerd. Al die partijen en systemen moeten goed op elkaar zijn afgestemd en letterlijk ‘op elkaar aansluiten’. Naast regelgeving bestaan daarvoor uniforme normen, die in Nederland onder de verantwoordelijkheid vallen van normalisatie-instituut NEN.
Consultant Willemien Bosch van NEN heeft onder andere drinkwater in haar portefeuille: ‘Dat betekent vooral dat ik commissies begeleid bij het ontwikkelen van normen voor water. Normalisatie gaat over het binnen een bepaalde sector maken van afspraken over een bepaald onderwerp. Achterliggende reden is dat je over een aantal zaken geen discussie wilt hebben. Zo is internationaal in een norm vastgelegd dat bij kranen ‘blauw’ koud water betekent en ‘rood’ warm. En dat de koude kraan rechts zit en de warme links. Wel zo duidelijk voor een installateur, maar ook voor de consument. Een norm vormt zo een gemeenschappelijke taal, die zelfs kan dienen als contractbasis.’
NEN beheert ruim 34.000 in Nederland aanvaarde internationale (ISO), Europese (EN) en nationale normen (NEN). Voor het beheer van deze omvangrijke normencollectie en de afstemming tussen nationale, Europese en internationale documenten, beschikt NEN over diverse commissies en werkgroepen. Bosch: ‘Om onze normen zo volledig mogelijk te maken, zijn de commissies bij voorkeur samengesteld uit vertegenwoordigers van allerlei belanghebbende partijen, zoals producenten, opdrachtgevers, testinstituten, overheden, koepelorganisaties en onderzoeksinstellingen.
Elk bekijkt een onderwerp vanuit zijn eigen perspectief, zodat je samen een zo volledig mogelijk beeld krijgt en alle aspecten ‘meeneemt’ in een norm.’