Waterspiegel: Veel aandacht voor beschikbaarheid èn kwaliteit van drinkwaterbronnen
Nieuws - 1 april 2025
Per 1 januari 2018 is Peter van der Velden Cees Veerman opgevolgd als voorzitter van Vewin. Na een periode van wederzijdse kennismaking is hij inmiddels samen met alle drinkwaterbedrijven begonnen aan een Strategische Agenda voor de komende jaren. Hij benadrukt dat dit niet alleen een theoretische exercitie is, maar dat de drinkwatersector ook echt de handen uit de mouwen wil steken.
Van der Velden heeft ruime ervaring in het openbaar bestuur. Hij is zijn politieke loopbaan begonnen als medewerker in de Tweede Kamer en bij het Beneluxparlement in Brussel. Daarna werd hij gemeenteraadslid en wethouder van zijn geboorteplaats Bergen op Zoom. Hij vervulde een reeks van burgemeestersposten in achtereenvolgens Nieuw-Ginneken, Rosmalen, Emmen, Bergen op Zoom en Breda. In 2017 was hij ruim een half jaar waarnemend burgemeester van Dordrecht. Daarnaast bekleedt hij diverse bestuurlijke en toezichthoudende functies in het (semi-)publieke domein.
Kunt u iets vertellen over uw persoonlijke motivatie om te kiezen voor de drinkwatersector?
Van der Velden: ‘Ik ben al geruime tijd werkzaam in het openbaar bestuur. Toen ik op 27-jarige leeftijd wethouder van Bergen op Zoom werd, hadden we nog een gemeentelijk drinkwaterbedrijf, én een energiebedrijf trouwens. Toch waren we daar niet veel mee bezig. Drinkwater wordt in Nederland als iets heel normaals gezien, iets waar je niet te veel over hoeft na te denken, ook al gaat het om een eerste levensbehoefte. In de loop van mijn carrière heb ik geleerd dat schoon en betrouwbaar drinkwater toch niet zo vanzelfsprekend is, en dat je zorgvuldig met de openbare drinkwatervoorziening moet omgaan.’
‘Toen ik waarnemend burgemeester in Dordrecht was – en we te maken kregen met de lozing van GenX door Chemours – werden we als overheid aangesproken door burgers die zich terecht zorgen
maakten over hun gezondheid. Toen zag ik ook van dichtbij hoe enorm professioneel en toegewijd de drinkwaterbedrijven zijn, als het gaat om de volksgezondheid en de kwaliteit van het drinkwater.
Dat zette mij wel aan het denken, net zoals overigens een recent bezoek aan Kaapstad in Zuid-Afrika, waar het drinkwater bijna op is en de waterbekkens zijn veranderd in droge vlakten. Voldoende schoon en veilig drinkwater is dus helemaal niet vanzelfsprekend. Daar is een grote inspanning voor nodig en daar mag wel wat meer aandacht voor komen! Er is een aantal vraagstukken dat momenteel
speelt in de drinkwatersector waar we proactief mee moeten omgaan en waaraan ik in bestuurlijke zin graag een bijdrage lever.’
U geeft het al aan; er spelen de nodige zaken die de belangen van de drinkwatervoorziening kunnen raken. Hoe gaat u te werk?
Van der Velden: ‘Samen met onze leden stellen we momenteel een Strategische Agenda op, om de toekomstige uitdagingen voor de drinkwatersector in kaart te brengen en onze visie daarop te formuleren. Daarbij is het belangrijk dat we daar als sector niet alleen standpunten over formuleren, maar ook daadwerkelijk actie ondernemen waar dat nodig is.’
‘We kijken naar onder andere brede ontwikkelingen in de maatschappij die de sector raken, zoals klimaatverandering, energietransitie, circulaire economie en de maatschappelijke behoefte aan
transparantie. Maar ook naar ontwikkelingen die rechtstreeks de productie en levering van drinkwater raken, zoals bedreigingen van de bronnen en de kwaliteit, ontwikkelingen in infrastructuur en
ondergrond, beveiliging & cybersecurity. Daarnaast onderzoeken we ontwikkelingen in regelgeving en vormen van samenwerking.’
Algemeen gesproken is Vewin voor wat betreft het verbeteren van de waterkwaliteit blij met de bestuurlijke afspraken die minister Van Nieuwenhuizen heeft aangekondigd. Van der Velden:
‘Waterkwaliteit is topprioriteit voor de drinkwatersector. De kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater is nog niet op orde, daar is nog een wereld te winnen. Doel van de bestuurlijke afspraken moet wat Vewin betreft zijn het voldoen aan de bepalingen uit de Kaderrichtlijn Water, plus de aanpak van nieuwe uitdagingen zoals medicijnresten en overige opkomende stoffen. Ook het samenwerken in de keten met bijvoorbeeld provincies en waterschappen zoals dat binnen het huidige Bestuursakkoord Water plaatsvindt, is een goede formule en mag wat mij betreft nog wel worden uitgebreid en geïntensiveerd.’
Van der Velden zoomt in op drie van de vele dossiers die momenteel van groot belang zijn voor de sector: ‘De Europese Commissie is al enige tijd bezig met de herziening van de Drinkwaterrichtlijn, belangrijke wetgeving als het gaat om volksgezondheid en de kwaliteitseisen die aan het drinkwater worden gesteld. Vewin ziet weliswaar goede elementen in het begin 2018 gepresenteerde voorstel van de Commissie, maar we hebben nog wel enkele aandachtspunten. Dit zal zeker onze aandacht vragen in de komende maanden.’
‘Een ander actueel dossier is de Structuurvisie Ondergrond (STRONG), die naar verwachting binnenkort naar de Tweede Kamer zal gaan. Het is goed dat de uitsluiting van mijnbouw in grondwaterbeschermingsgebieden nu wordt vastgelegd. Om de toekomstige drinkwatervoorziening goed te kunnen beschermen, moeten ook Aanvullende Strategische Voorraden veiliggesteld worden. Vewin pleit ervoor dat voor mijnbouwwetvergunningen het provinciale beleid gevolgd wordt.’
‘Tot slot wil ik aandacht vragen voor de zogeheten opkomende stoffen en medicijnresten in het oppervlakte- en grondwater. Drinkwaterbedrijven hebben in de afgelopen jaren meerdere malen te maken gehad met incidenten waarbij onbekende of ongenormeerde stoffen in de drinkwaterbronnen zijn aangetroffen, zoals pyrazool, PFOA en het al eerder genoemde GenX. Ik denk dat een belangrijke les die wij van deze incidenten hebben geleerd, is dat we nauw moeten samenwerken met alle stakeholders in de waterketen.’ ‘Wat ons betreft moeten concrete afspraken worden gemaakt, bijvoorbeeld rondom verbetering van vergunningverlening voor het lozen van industriële stoffen. De rolverdeling tussen de betrokken instanties moet voor iedereen helder zijn, en er moet voldoende capaciteit en kennis beschikbaar zijn bij het bevoegd gezag. Dat is nu niet altijd op orde. Ook is een heldere handreiking voor het bevoegd gezag nodig over hoe om te gaan met de veiligstelling van de drinkwatervoorziening bij vergunningverlening. Het zou goed zijn als drinkwaterbedrijven een adviesrol krijgen bij vergunningen die effect zouden kunnen hebben op de waterkwaliteit van onze innamepunten.’
Hij vervolgt: ‘In drinkwaterbronnen worden medicijnresten aangetroffen en ook in het drinkwater zelf komen sporen ervan voor. Dit zijn nog zulke kleine hoeveelheden dat ze niet schadelijk zijn, maar in principe horen ze er niet in. Oppervlaktewater en grondwater als bron voor drinkwater moeten schoon zijn. Met de ontwikkelingen als vergrijzing en klimaatverandering in het vooruitzicht vinden we het van groot belang om gezamenlijk met de hele keten van farmaceutische industrie tot zorgsector en waterschappen maatregelen te nemen die voorkomen dat medicijnresten in drinkwaterbronnen terechtkomen. Concreet gaat het om maatregelen in de zorg, bijvoorbeeld bij ziekenhuizen, en zuivering van afvalwater met bijbehorende financiering en monitoring. Hierover moeten ook bestuurlijk afspraken worden gemaakt.’
‘Samenvattend: wij vinden het in Nederland heel normaal dat iedereen beschikt over goed en voldoende water. Dat is een gelukkige omstandigheid, want op veel plaatsen in de wereld is het helaas anders. Dat er hier altijd veilig drinkwater is, is te danken aan grote investeringen en de inzet van vele professionals van de waterbedrijven. Vewin brengt als lobbyorganisatie deze bedrijven bij elkaar. Het is een eer om als voorzitter een bijdrage te mogen leveren aan deze belangrijke organisatie. Samen willen wij ervoor zorgen dat er ook in de toekomst genoeg goed drinkwater is voor iedereen.’
Dit artikel verscheen eerder in Waterspiegel nr 2, juni 2018