Lozingen ZZS stoffen en PFAS: probleem voor de bronnen van drinkwater
Lozingen van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) leiden regelmatig tot innamestops voor de drinkwatervoorziening: er kan dan geen water worden ingenomen om drinkwater van te maken. Ook worden drinkwaterbedrijven gedwongen steeds meer te zuiveren. Met de toenemende droogte en lage rivierafvoeren wordt dit probleem naar verwachting alleen maar groter. Lozingen vergroten de uitdaging die Nederland heeft met het tijdig bereiken van de doelen van de Kader Richtlijn Water uiterlijk 2027. Het is daarom belangrijk dat de goede beleidsvoornemens op dit terrein, gericht op minimalisatie van de emissies van ZZS, en PFAS in het bijzonder, daadwerkelijk worden vertaald in aangescherpte vergunningsvoorwaarden en voldoende toezicht.
IBP versterking VTH afgerond, overzicht lozingen ontbreekt nog steeds
De Adviescommissie Van Aartsen bracht in maart 2021 het rapport ‘Om de leefomgeving’ uit. De conclusie was dat het slecht gesteld is met het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Het (inmiddels afgeronde) Interbestuurlijk programma Versterking VTH-stelsel (2022-2024) beoogde dit gat te dichten. In de praktijk is dit niet gelukt. De bestuurlijke afspraak van 2020 binnen de Delta-aanpak waterkwaliteit over het herzien van alle vergunningen voor ZZS stoffen is niet nagekomen. Afspraak was dat ruim twee jaar geleden (begin 2022) het beeld van de opgave compleet zou zijn, maar tot op heden is er geen volledig zicht op gebruik en emissies van ZZS-stoffen. Er is nog steeds een grote achterstand bij de verschillende bevoegde gezagen (Rijkswaterstaat, waterschappen, omgevingsdiensten) als het gaat om de actualisatie van lozingsvergunningen. Dat geldt ook voor PFAS-lozingen, waar het totale zicht op ontbreekt zoals geillustreerd wordt door het rapport van AT-Osborne “Inventarisatie vergunde PFAS-emissies in Nederland” gecombineerd met rapporten van Rijkswaterstaat (2021) en KWR (2023). Conclusie is dat het overgrote deel van de (in)directe emissies van PFAS niet in beeld, niet vergund en niet toegestaan is. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) concludeerde in haar signaalrapportage van april 2024 dan ook dat beter bescherming van waterkwaliteit noodzakelijk is.
Inmiddels is het IBP Versterking VTH afgerond. Het kernprobleem blijft: overheden en omgevingsdiensten hebben te weinig capaciteit om hun VTH-taken naar behoren uit te voeren. Daarnaast heeft het bevoegde gezag volgens de geagendeerde ‘factsheet voorzorgsbeginsel’ onvoldoende bevoegdheid om bij gewijzigde milieukundige inzichten gegevens op te vragen met het doel de vergunning te wijzigen. Voor de drinkwatersector is het essentieel dat een totaal overzicht van lozingen snel beschikbaar komt én dat deze lozingen worden geminimaliseerd.
Zorg voor extra capaciteit en kennisontwikkeling bij omgevingsdiensten inclusief adequate financiering, geoormerkt en toegespitst op de aanpak van lozingen;
Geef het bevoegd gezag bij gewijzigde milieukundige inzichten de mogelijkheid om een vergunninghouder te verplichten om alle benodigde gegevens aan te leveren, met het doel de vergunning te wijzigen met een ambtshalve besluit;
Scherp vergunningen aan gericht op minimalisatie van emissies van ZZS en PFAS.
Aanpak indirecte lozingen
Uit het rapport “Naar meer zicht op gebruik en emissies van zeer zorgwekkende stoffen bij MKB bedrijven” (Arcadis, mei 2024) volgt dat er (zeer) beperkt zicht is op deze emissies (lozingen op het riool) en vrijwel geen emissie-metingen. Bevoegd gezag voor deze emissies is met name de omgevingsdienst namens de gemeente. Gezien de onvoldoende capaciteit bij omgevingsdiensten en het risico van de wateremissies via de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) voor het oppervlaktewater en voor de werking van de RWZI, pleit Vewin ervoor te overwegen de waterschappen bevoegd gezag te maken voor deze indirecte lozingen of een bindend adviesrecht te geven. Toezicht op dit type lozingen past beter bij de taak en verantwoordelijkheden van waterschappen.
Overweeg waterschappen bevoegd gezag te maken voor indirecte lozingen of een bindend adviesrecht te geven.