CD Netcongestie
Standpunt - 17 februari 2025
Drinkwaterbronnen: zeer kwetsbare functie
Waterwinning bestemd voor de drinkwaterproductie is een zeer kwetsbare functie. De kwaliteit van onze drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk; PFAS vormen hierbij een belangrijk risico. PFAS zijn in lage concentraties wijdverspreid in het milieu aanwezig. In 99% van de metingen in het oppervlaktewater dat voor drinkwaterproductie wordt gebruikt worden PFAS aangetroffen.
In het grondwater dat wordt onttrokken voor drinkwaterproductie worden nog relatief weinig PFAS aangetroffen (1-4% van de metingen) doordat dit grondwater van grote diepte komt. PFAS zijn persistent, mobiel en sommige ook (zeer) toxisch. Omdat huidige zuiveringen deze stoffen moeilijk verwijderen is het van groot belang dat voorkómen wordt dat PFAS in drinkwaterbronnen terechtkomen.
PFAS zijn zeer ongewenst in drinkwaterbronnen en moeten aan de bron aangepakt worden
In de bodem is sprake van diffuse PFAS-verontreinigingen en van een groot aantal puntbronnen. Aard en omvang hiervan zijn echter nog onvoldoende in beeld gebracht, evenals de mogelijke impact daarvan op de drinkwatervoorziening. Vewin vindt het van belang dat zo snel mogelijk onderzocht wordt wat de ernst en omvang is van de verontreiniging van bodem en grondwater met PFAS en welke bedreigingen dit oplevert voor drinkwaterbronnen. Dit onderzoek moet zich zowel richten op punt- als op diffuse verontreinigingen. Er moet een adequate strategie ontwikkeld worden om deze bronnen te saneren op plaatsen waar dit leidt tot bedreiging van drinkwaterbronnen.
Ontwikkel een strategie voor bronaanpak en sanering van PFAS-verontreinigingen die bronnen voor de drinkwatervoorziening bedreigen
In het tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond uit december 2019 is het verboden om niet-gebiedseigen PFAS-houdende grond en bagger (>0,1 µg/kg) te verplaatsen naar grondwaterbeschermingsgebieden. Vewin pleit voor bronbescherming en voorzorg bij hergebruik van PFAS-houdende grond en bagger. Het verbod op herplaatsing van niet-gebiedseigen PFAS-houdende grond en bagger moet daarom worden verbreed en gelden voor álle gebieden voor de drinkwatervoorziening. Voor de verplaatsing van gebiedseigen grond binnen deze gebieden kunnen lokaal hogere PFAS waarden worden toegestaan, mits er geen verslechtering van bodem- en grondwaterkwaliteit optreedt of risico’s voor de winningen voor de drinkwaterproductie ontstaan.
Verbreed het verbod op toepassing van niet-gebiedseigen PFAS-houdende grond en bagger naar álle ‘gebieden voor de drinkwatervoorziening’: waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden, boringvrije zones, en reserves voor de toekomst
Bij verplaatsing van PFAS-houdende grond binnen deze gebieden mag er geen verslechtering optreden en mogen geen risico’s voor drinkwaterbronnen ontstaan
Het tijdelijk handelingskader sluit toepassing in oppervlaktewater uit. Onderzocht wordt of dit verbod kan worden versoepeld. Hergebruik van PFAS-houdende grond of bagger in oppervlaktewater, of het verplaatsen van verontreinigde bagger naar een locatie waar water wordt ingenomen voor de drinkwaterproductie zou echter mogelijk lokaal tot hogere PFAS concentraties in het oppervlaktewater kunnen leiden. Het is daarom van belang om in deze gevallen als voorwaarde te hanteren dat het effect op innamepunten voor de drinkwatervoorziening altijd onderzocht moet worden.
Hanteer als voorwaarde voor toepassing van PFAS-houdende grond in oppervlaktewater dat negatieve effecten op innamepunten voor de drinkwatervoorziening altijd onderzocht en uitgesloten moeten worden
Drinkwaterbedrijven treffen nog te vaak stoffen aan bij hun innamepunten waarvan niet helder is wat voor soort stof het is, welke eigenschappen het heeft en wat de bron is. De bedrijven moeten dan achterhalen om welke stof het gaat, wat de risico’s zijn, en moeten mogelijk hun productieproces (tijdelijk) aanpassen. In plaats van deze ‘damage control’ achteraf is een aanpak aan de bron effectiever. Dan kunnen risico’s worden voorkomen en komen de kosten te liggen bij de vervuiler. In REACH dient daarom verplicht te worden dat bij registratie van stoffen een inschatting wordt gemaakt van de effecten die het vrijkomen van de stof kan hebben op de waterkwaliteit en drinkwaterbronnen.
Ook is het van belang om persistente, mobiele en toxische (PMT) stoffen zoals GenX (of vPvM stoffen die zeer persistent en zeer mobiel zijn) in REACH als groep te kunnen classificeren als zeer zorgwekkende stoffen.
Neem in REACH op dat bij registratie van stoffen een analyse moet worden opgenomen van de effecten die deze kunnen hebben op de waterkwaliteit en drinkwaterbronnen
In REACH moeten PMT en vPvM stoffen als groep geclassificeerd kunnen worden als zeer zorgwekkende stoffen
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.