Direct naar content

Een problematische cocktail van bestrijdingsmiddelen in onze drinkwaterbronnen

11 april 2025 Blauwe Blog

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen & Kwaliteit

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen & Kwaliteit

Bestrijdingsmiddelen beschermen gewassen en woonomgevingen tegen ongedierte, schimmels en ziektes. Maar helaas treffen we ze ook aan in onze drinkwaterbronnen. Daarbij wordt de norm regelmatig overschreden. Bestrijdingsmiddelen zetten daarmee de kwaliteit van onze drinkwaterbronnen steeds meer onder druk.

Met een paar spraytjes is het onkruid op je oprit zo weg. En dat mierenpoeder buiten bij je tuindeuren zorgt er maar mooi voor dat die irritante beesten niet meer binnenkomen. Zeker, de grootste hoeveelheid bestrijdingsmiddelen die we in onze drinkwaterbronnen aantreffen komt van de landbouw. Maar ook in veel huis-, tuin- en keukenproducten zitten schadelijke stoffen.

De optelsom van al die middelen zorgt voor een ongewenste cocktail in het milieu. In oppervlaktewaterwinningen voor drinkwater zijn bestrijdingsmiddelen vrijwel overal een probleem. In grondwater hangt het vooral af van de diepte en de bodem. In diepe grondwaterwinningen die beschermd worden door kleilagen vind je minder resten van bestrijdingsmiddelen dan in ondiepe winningen in zandgronden. Die laatste zijn extra gevoelig voor verontreiniging omdat de middelen daar makkelijker door de ondergrond naar de winningen sijpelen.

En alsof het nog niet ingewikkeld genoeg is, blijken sommige bestrijdingsmiddelen ook PFAS te bevatten: stoffen die nauwelijks afbreken en zich opstapelen in het milieu. Dit soort nieuwe problemen onderstreept dat we bij de aanpak van deze uitdaging niet alleen moeten kijken naar wat er nu misgaat, maar ook naar wat ons nog te wachten staat. De samenstelling van bestrijdingsmiddelen verandert continu en stoffen waarvan we nu denken dat ze misschien minder belastend zijn voor het milieu, kunnen later zomaar toch schadelijk blijken.

Een strenge norm

De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat Nederland uiterlijk in 2027 haar waterkwaliteit op orde moet hebben. Voor bestrijdingsmiddelen geldt de norm: maximaal 0,1 microgram per liter per werkzame stof (in grond- en oppervlaktewater), en een totaal van 0,5 microgram per liter voor alle bestrijdingsmiddelen samen (in grondwater). Ondanks eerdere inspanningen, zoals uitvoering van maatregelen uit de 2e Nota Duurzame Gewasbescherming, blijft flinke verbetering uit. En ook de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 werpt nog niet genoeg haar vruchten af. Het doel voor 2023 om 95 procent minder normoverschrijdingen te hebben in het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, is niet gehaald. En dat terwijl er tot 2018 een duidelijke verbetering te zien was. Nu dreigen de KRW-doelen in 2027 onhaalbaar te worden.

De toelating van bestrijdingsmiddelen verloopt via Europese en nationale regels. Helaas lopen die niet altijd in de pas met regels en doelen voor de waterkwaliteit. Zo beoordeelt het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de middelen volgens criteria die onvoldoende aansluiten bij de KRW-normen voor schoon water. Dat betekent dat, ook als een boer zich keurig aan de gebruiksvoorschriften van bestrijdingsmiddelen houdt, een toegelaten middel kan leiden tot waterkwaliteitsproblemen.

Tot nu toe lossen drinkwaterbedrijven dit op door het water extra te zuiveren. De kwaliteit van het drinkwater is daardoor nog niet in het geding geweest. Maar al die ingrepen die nodig zijn, kosten veel geld. Bovendien staan ze haaks op de doelen van de KRW. Die verplicht Nederland om water dat bestemd is voor drinkwaterproductie te beschermen zodat de kwaliteit niet verslechtert én zodat de zuiveringsinspanning voor de productie van drinkwater vermindert.

Wat moet er gebeuren?

Als we de KRW-doelen willen halen, moeten we bestrijdingsmiddelen bij de bron aanpakken. Daarvoor zijn meerdere maatregelen nodig. Zo moeten de criteria die de Ctgb hanteert worden afgestemd op de KWR-normen. Ook moeten we boeren in kwetsbare gebieden helpen om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te beperken. Vooral grondwaterbeschermingsgebieden verdienen extra bescherming. Dit kan door slimme ruimtelijke keuzes te maken: bijvoorbeeld door alleen nog emissiearme landbouw toe te staan of over te stappen op teelten die minder bestrijdingsmiddelen nodig hebben. Betere informatievoorziening over de gevolgen van bestrijdingsmiddelen voor het milieu en drinkwaterbronnen is een belangrijke andere maatregel. Burgers en boeren zijn zich immers lang niet altijd bewust van de gevaarlijke stoffen die door hen in de bodem en het water terechtkomen.

De optelsom van al die bestrijdingsmiddelen vormt een groeiend probleem voor onze drinkwaterbronnen – en daarmee voor onze toekomst. Alleen door nú samen te kiezen voor strengere regels, slimme ruimtelijke keuzes en betere bewustwording, beschermen we wat we niet kunnen missen: schoon en veilig drinkwater.

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen en Kwaliteit


Mirja Baneke is stuurgroepsecretaris Bronnen en Kwaliteit bij Vewin. In haar werkzaamheden focust zij zich in het bijzonder op de regelgeving rondom waterkwaliteit, ruimtelijke ordening, landbouw en natuur. Mirja werkt sinds 2016 bij Vewin en heeft daarvoor onder andere bij drinkwaterbedrijf Dunea en provincie Zuid-Holland gewerkt.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*