Op 6 oktober kwam het kabinet via een BNC-Fiche met een eerste beoordeling van de door de Europese Commissie voorgestelde Directive on Soil Monitoring and Resilience (Richtlijn bodemmonitoring en veerkracht). Deze Bodemmonitoring richtlijn beoogt overal in Europa toe te werken naar een gezonde bodem. Vewin is blij dat het kabinet oordeelt dat de gezondheid van de bodem op Europees niveau aangepakt moet worden, maar pleit voor meer ambitie bij bescherming van de bodem. Vewin heeft dit standpunt eerder aan de Tweede Kamer kenbaar gemaakt. Op 12 oktober bespreekt de Tweede Kamer in een Commissiedebat ter voorbereiding van de Europese Milieuraad het voorstel voor de nieuwe richtlijn. Eerder
oordeelde de Tweede Kamer dat bodemgezondheid aan de lidstaten overgelaten moet worden (een negatief oordeel over de subsidiariteit) waarmee de Kamer de voorgestelde Bodemmonitoring richtlijn afkeurt. Het kabinet gaat hier dus niet in mee.
Huidige bodembeleid voldoet niet
Het kabinet ziet in dat het huidige bodembeleid onvoldoende bijdraagt aan de doelstellingen rondom verontreinigingen van onder andere water, wat Europese regelgeving rechtvaardigt. Vewin is positief dat het kabinet een bodemrichtlijn vanuit Europa ondersteunt. De voorgestelde richtlijn ziet Vewin als een voorzichtige eerste stap richting gezonde bodems, en daarmee een gezonde waterkwaliteit. Vewin roept evenwel op tot meer ambitie en pleit voor een strengere richtlijn. In Nederland wordt 60% van het drinkwater gemaakt van grondwater.
Stevigere link tussen grondwater en bodem
Vewin vindt met name dat het belang van grondwater en de link tussen bodem en grondwater duidelijker moeten terugkomen in het doel, de scope en de definities van de Bodemmonitoring richtlijn. Verder vraagt Vewin dat de richtlijn vereist dat de uitspoeling van nutriënten en chemische stoffen naar het grondwater- en oppervlaktewater zo veel mogelijk wordt voorkomen als onderdeel van duurzaam bodembeheer en het huidige beleid zoals beschreven in de Kader Richtlijn Water. Ook vindt Vewin het van belang dat gebieden die zijn aangewezen voor de onttrekking van voor menselijke consumptie bestemd water prioriteit krijgen bij risicogebaseerde aanpak voor bodemsanering.