Commissiedebat Water 24 september 2024
Standpunt - 9 september 2024
De Europese Drinkwaterrichtlijn is een belangrijke basis voor veilig drinkwater in de EU. Op 1 februari 2018 publiceerde de Europese Commissie een voorstel om de huidige Richtlijn, die stamt uit 1998, te herzien. Op 23 oktober 2018 nam het Europees Parlement als eerste een standpunt in over het Commissievoorstel. Op 5 maart nam ook de Raad van de Europese Unie (de Milieuraad, met hierin de Europese milieuministers), een gemeenschappelijke positie in ten opzichte van de herziening.
Deze gemeenschappelijke positie, of ook wel Algemene Oriëntatie, is volgens Vewin een verbetering ten opzichte van het Commissievoorstel. De EU-ministers beperken de informatieverplichtingen ten opzichte van zowel de positie van het EP als ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel. Tegelijkertijd kiest de Raad voor behoud van de informatieverplichtingen over de kosten van drinkwater en grote waterleveranciers moeten nog steeds informatie leveren over de algemene efficiency-prestaties van het watersysteem. Vewin is blij met de verdere beperking van de informatieverplichtingen, maar ontevreden met het behoud van uitbreidingen met onderwerpen die losstaan van de waterkwaliteit. De Drinkwaterrichtlijn richt zich op de waterkwaliteit en de bescherming van de volksgezondheid. Lidstaten moeten deze informatievoorziening over andere onderwerpen volgens Vewin zelf kunnen invullen.
Vewin is ook positief over de nadere uitwerking door de Raad van de harmonisatie van de regelgeving rondom materialen in contact met drinkwater en de expliciete toevoeging hieraan van chemicaliën. Om de kwaliteit te kunnen controleren van alle materialen en chemicaliën die in contact komen met drinkwater – zoals de leidingen in het distributienet of poederkool dat gebruikt wordt in de zuivering – is namelijk een regelgevend kader nodig met gezondheidskundige en hygiënecriteria. Deze vrij technische kwestie leidde tot in de Milieuraad tot veel discussie tussen de lidstaten. Ondanks deze discussies kon de gemeenschappelijke positie op een ruime meerderheid rekenen. De Europese Commissie blijft zeer sceptisch over het huidige compromis. De belangrijkste zorg van de Europese Commissie is dat de gevolgen van het gewijzigde voorstel onvoldoende helder zouden zijn, omdat de Commissie deze wijzigingen niet heeft meegenomen in haar impact assessment. De Europese Commissie verwacht daarom dat er in de volgende fase van het voorstel, bij de zogeheten ’triloog’, de onderhandelingen tussen de Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement de tekst op dit punt nog wat bijgesteld wordt.
Door de Europese verkiezingen in mei zullen deze onderhandelingentussen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad over een politiek akkoord naar verwachting pas aan het einde van het derde kwartaal van 2019 beginnen onder het Finse Raadsvoorzitterschap.