CD Ruimtelijke Ordening 2 oktober 2024
Standpunt - 25 september 2024
​Op 31 oktober jl. vond er in de Tweede Kamer een debat plaats met minister Schouten en staatssecretaris van Veldhoven over gewasbeschermingsmiddelen. Dit onderwerp is van groot belang voor de drinkwatersector, aangezien deze stoffen nog steeds op veel plaatsen aanwezig zijn in oppervlaktewater en grondwater wat bestemd is voor drinkwaterproductie. In veel gevallen in hoeveelheden die normoverschrijdend zijn. Vewin heeft voorafgaand aan het debat een position paper opgesteld over de aanpak van gewasbeschermingsmiddelen in drinkwaterbronnen.
Tijdens het debat werd er veel aandacht besteed aan de resultaten van de recente tussenevaluatie door het PBL van de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023. Uit deze evaluatie is namelijk gebleken dat de doelen voor het terugdringen van normoverschrijdingen door gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater in 2018 niet gehaald zijn, en bij ongewijzigd beleid in 2023 naar verwachting ook niet gehaald worden. Ook werd het proces van het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 besproken. Hierin is het doel gesteld dat in 2030 nagenoeg geen emissies meer mogen plaatsvinden van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu.
Tjeerd de Groot van D66 uitte zijn zorgen over het halen van de doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027 terwijl het huidige gewasbeschermingsbeleid onvoldoende werkt, en vroeg de minister wat zij van plan was hieraan te doen. Om het beleid te verbeteren stelde hij onder andere voor om bij het opstellen van gebruiksvoorschriften in de toelating van gewasbeschermingsmiddelen beter rekening te houden met de toepassing van middelen in de praktijk. Deze voorschriften blijken namelijk in de praktijk regelmatig niet gevolgd te (kunnen) worden. Vewin is ook voorstander van deze maatregel, omdat dit bijdraagt aan het halen van de waterkwaliteitsdoelen.
William Moorlag van de PvdA vroeg hoe de minister dacht de doelen uit de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 te halen als de doelen uit de Tweede nota duurzame gewasbescherming niet eens gehaald worden. Hij stelde voor om een haalbaarheidsonderzoek uit te laten voeren op basis van het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie 2030. De minister zegde dit toe. Ook vroeg hij meer aandacht voor emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar grondwater en naar drinkwaterbronnen. De minister gaf aan dat zij de effecten op de kwaliteit van grondwater en van drinkwaterbronnen beter mee zal nemen bij het opstellen van maatregelen voor het terugdringen van emissies.
Frank Futselaar van de SP vroeg de minister wat zij vond van het voorstel van de drinkwaterbedrijven om in Emissiereductieplannen ook normoverschrijdingen in drinkwaterbronnen mee te nemen. De minister ging hier niet expliciet op in, maar besteedde wel aandacht aan het zorgpunt van de SP rond de stapeling van gewasbeschermingsmiddelen in het milieu. Dit is ook een belangrijk punt voor Vewin. Futselaar stelde voor om de toelating van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren door gebruiksrestricties per werkzame stof op te leggen in plaats van per middel, of door een norm te stellen voor de totale milieubelasting per teelt. Hiermee kan stapeling worden tegengegaan. De minister zegde toe de mogelijkheden hiervoor te onderzoeken bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie 2030, en bij de REFIT van de Europese Verordening Gewasbeschermingsmiddelen.
Op basis van verdere vragen van Tweede Kamerleden zegde de minister nog toe om de doelen van de Tweede nota duurzame gewasbescherming en de KRW expliciet mee te nemen bij het opstellen van het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie 2030. Ze gaf aan dat het uitvoeringsprogramma klaar zal zijn in het eerste kwartaal van 2020, en dat ze de Tweede Kamer hierover zal informeren.
Vewin is blij dat een groot aantal punten in het debat aan de orde zijn gekomen die van belang zijn om drinkwaterbronnen beter te kunnen beschermen tegen verontreiniging met gewasbeschermingsmiddelen.