Afspraken tussen drinkwater- en energiesector nu inzichtelijk
Nieuws - 13 augustus 2024
In een onlangs aan de Tweede Kamer gezonden brief over bodemverontreinigingen geeft minister Van Veldhoven (Milieu en Wonen) aan dat zij positief staat tegenover het verbeteren van de toegankelijkheid van gegevens over bodemverontreinigingen via een uitbreiding van de Basisregistratie Ondergrond (BRO). Vewin is blij met dit besluit van de minister. Goed vindbare informatie over bodemverontreinigingen is belangrijk voor het goed kunnen beschermen van zowel de drinkwaterbronnen als het leidingnetwerk van de drinkwatervoorziening.
Bij graafwerkzaamheden moeten netbeheerders zich goed voorbereiden op wat zij gaan aantreffen in de bodem. Dit is nodig vanuit zowel de milieuregelgeving als ook om de veiligheid van hun werknemers en de omgeving te borgen. Om hun werkzaamheden in de bodem goed te kunnen doen moeten netbeheerders de beschikbare gegevens over de bodem makkelijk kunnen vinden. Op dit moment is deze ontsluiting van al aanwezige informatie nog zeer gebrekkig. Vewin ondersteunt daarom het besluit van de minister om deze gegevens in de BRO te gaan opnemen. Bovendien beperkt deze opname in de BRO ook de administratieve lasten.
Naar aanleiding van de motie Ronnes- van Gerven uit december 2018 heeft de minister door het Programmabureau BRO een verkennend onderzoek laten doen. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de toegankelijkheid van de desbetreffende gegevens veel beter zou moeten zijn, en dat ontsluiting van de gegevens via een centrale voorziening, zoals de BRO, significante meerwaarde heeft. De minister is nu van mening dat een groeimodel de beste aanpak is om tot een gedegen registratie te komen. De eerste stap is daarom het opnemen van nieuwe verontreinigingssituaties in de BRO, mogelijk aanvankelijk met een beperkt aantal gegevens, later met méér.
De beoogde uitbreiding van de BRO zal vanaf 2022 worden uitgevoerd. De minister laat vooruitlopend daarop onderzoeken hoe de uitbreiding van de BRO met bodemverontreinigingsgegevens, inclusief PFAS, gestalte zou moeten krijgen, en hoe de organisatie en de financiering daarvan kunnen worden ingericht. Het uitgangspunt daarbij zal zijn dat de realisatie van de gevraagde toevoeging aan de BRO naadloos aansluit op de voltooiing van het lopende Programma.