Tussenevaluatie KRW: meer aandacht nodig voor kwaliteit drinkwaterbronnen
Nieuws - 20 december 2024
De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen eerder slechter wordt. Uiterlijk in 2027 moeten de doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water zijn gehaald; het is niet waarschijnlijk dat dit voor drinkwaterbronnen tijdig gaat lukken.
Uit verschillende rapporten (zoals de Nationale Analyse Waterkwaliteit (PBL, 2020) en het RIVM rapport Staat drinkwaterbronnen (2020)) blijkt dat bestrijdingsmiddelen in een groot deel van de winningen voor drinkwaterproductie een probleem vormen. In alle oppervlaktewaterwinningen en in bijna een kwart van de (freatische) grondwaterwinningen worden bestrijdingsmiddelen in normoverschrijdende concentraties gevonden. De druk van bestrijdingsmiddelen op de oppervlaktewaterkwaliteit neemt de laatste jaren
maar licht af; de druk op de grondwaterkwaliteit lijkt juist iets toe te nemen. ‘Vergrijzing’ van het grondwater is ook een toenemend probleem: lage concentraties van een cocktail van stoffen, waaronder bestrijdingsmiddelen, zijn vrijwel overal aanwezig. Daarnaast zijn er grote zorgen over de aangetoonde verontreiniging van (grond)water met PFAS uit bestrijdingsmiddelen.
Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moet in 2027 voldaan zijn aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, en moeten daarnaast de normen uit de Grondwaterrichtlijn (GWR) worden gehaald in alle grondwaterlichamen in Nederland. Voor bestrijdingsmiddelen (incl. humaan toxicologisch relevante metabolieten) is de norm 0,1 μg/l, en geldt er voor grondwater een somnorm van 0,5 μg/l. Specifiek voor drinkwaterbronnen is opgenomen dat ze zodanig beschermd
moeten worden dat de kwaliteit van de bronnen niet verslechtert, en dat de zuiveringsinspanning die nodig is om drinkwater te maken verlaagd moet kunnen worden.
In de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023 (Gezonde Groei, Duurzame Oogst) zijn doelen opgenomen voor het verminderen van normoverschrijdingen door bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Uit de tussenevaluatie door PBL is gebleken dat het tussendoel voor 2018, een afname van deze normoverschrijdingen met 50% ten opzichte van 2013, niet is gehaald. In het Compendium voor de Leefomgeving (clo.nl) is in december ‘23 geconstateerd dat het tempo van de afname van het aantal overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen afvlakt. Het einddoel van de Tweede nota, in 2023 een afname van 95% ten opzichte van 2013, is buiten bereik gebleken.
In september 2020 is het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 gepubliceerd. Hierin is het doel opgenomen om in 2030 nagenoeg geen emissies van bestrijdingsmiddelen naar het milieu meer te hebben. In het uitvoeringsprogramma is het doel voor 2023 uit de Tweede nota als tussendoel opgenomen, net als het KRW doel om uiterlijk in 2027 overal te voldoen aan de norm voor bestrijdingsmiddelen. Vewin heeft het uitvoeringsprogramma mede ondertekend en staat achter de ambities. De uitdaging zit echter in de uitvoering.
Uit de tussenevaluatie van de Tweede nota door het PBL bleek dat een deel van de waterkwaliteitsproblemen met bestrijdingsmiddelen wordt veroorzaakt door onvolkomenheden in de toelating van deze middelen. Dit komt onder andere doordat de gehanteerde normen bij toelating minder streng zijn dan de normen uit de KRW, en de methodiek onvoldoende aansluit op de KRW doelen. Dit constateert ook de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in haar rapport over de Kaderrichtlijn Water ‘Goed water, goed geregeld’ (11 mei 2023). De raad concludeert dat met het huidige Nederlandse beleid de KRW-doelen in 2027 redelijkerwijs niet meer gehaald kunnen worden, en ook na 2027 waarschijnlijk niet
te realiseren zijn zonder aangescherpte beleidsaanpak. De Raad adviseert onder andere om te zorgen voor een betere doorwerking van de KRW op alle relevante beleidsterreinen en in wetgeving voor bestrijdingsmiddelen, prioritaire stoffen, medicijnresten etc.
In de Kamerbrief van 25 juni 2024 is opgenomen dat het Rijk het voornemen heeft om de Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden te wijzigen. Hiermee moet het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) een ‘nationaalrechtelijke juridische grondslag’ krijgen om vooraf te kunnen toetsen aan de KRW-normen bij de toelating van bestrijdingsmiddelen. Ook moeten bestaande toelatingen hiermee kunnen worden herzien, met het oog op het voldoen aan de KRWnormen. Deze wijziging richt zich alleen op structurele normoverschrijdingen door prioritaire en specifiek verontreinigende stoffen in bestrijdingsmiddelen, terwijl KRW-normoverschrijdingen ook veroorzaakt worden door andere werkzame stoffen uit bestrijdingsmiddelen en daarmee een probleem vormen voor de drinkwatervoorziening.
- Geef voortvarend uitvoering aan het voornemen om te zorgen voor een ‘nationaalrechtelijke juridische grondslag’ inclusief beoordelingsmethodiek, zodat het Ctgb de toelating van bestrijdingsmiddelen beter af kan stemmen op de KRW-normen. Rapporteer hierover op korte termijn.
- Zorg ervoor dat het Ctgb bestaande toelatingen kan herzien van alle middelen waarvan de toegelaten stoffen de KRW-normen structureel overschrijden, en niet alleen als er sprake is van prioritaire of specifiek verontreinigende stoffen.
- Onderzoek de mogelijkheden om het toelatingsbeleid van bestrijdingsmiddelen verder te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan het hanteren van een meer systeemgerichte aanpak, waarbij stapeleffecten van dezelfde werkzame stof, combinatie-effecten door verschillende stoffen en ongewenste substitutie van middelen verminderd worden.
Het voormalige Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) bood kansen voor een betere bescherming van de bronnen voor drinkwaterproductie, ingepast in een toekomstbestendig ingericht landelijk gebied. Eén van de doelen van het NPLG was om de doelen uit de KRW via gebiedsgerichte programma’s te realiseren.
Nu het NPLG is gestopt is het zaak om drinkwaterbronnen een duidelijke plek te geven in de aanpak die in de plaats komt van het NPLG. Vewin pleit ervoor dat het Rijk in deze alternatieve aanpak de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen prioriteit geeft. Het Rijk moet aan de provincies meegeven dat het halen van de (KRW-)doelen bij drinkwaterbronnen onderdeel moet zijn van provinciale (gebieds)programma’s en met voorrang moet worden gerealiseerd. Hierbij is het ook van belang dat de specifieke doelen voor (de verbetering van) de kwaliteit van drinkwaterbronnen expliciet worden opgenomen. Algemene verwijzingen naar KRW-doelen geven te weinig houvast.
- Geef de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen prioriteit in het alternatief voor het NPLG. Neem in het verlengde van de keuzes in Water en bodem sturend een structurerende keuze op die zich richt op ‘Bescherming kwaliteit en beschikbaarheid drinkwaterbronnen’.
- Geef duidelijk aan de provincies mee dat het halen van de (KRW-)doelen bij drinkwaterbronnen onderdeel moet zijn van provinciale (gebieds)programma’s. Beschermde gebieden voor drinkwaterproductie moeten aangewezen worden als prioritaire gebieden waar waterkwaliteitsproblemen met voorrang moeten worden aangepakt.
- Neem de bestaande specifieke doelen voor het tegengaan van de verontreiniging van drinkwaterbronnen als randvoorwaarde op in het alternatief voor het NPLG. Voor bestrijdingsmiddelen (inclusief humaan toxicologisch relevante afbraakproducten) zijn dit:
o In 2027: voldoen aan de KRW-norm in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie (dit is 0,1 μg/l per individuele stof). Daarnaast voldoen aan de GWR-normen in alle grondwaterlichamen in Nederland (dit is 0,1 μg/l (individuele stof) en 0,5 μg/l (somnorm));
o Continu: geen verslechtering van de waterkwaliteit in oppervlaktewater en grondwater bestemd voor drinkwaterproductie. Op termijn verbetering van deze waterkwaliteit zodat de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie kan worden verlaagd.
Het feit dat het doel voor 2023 voor bestrijdingsmiddelen niet is gehaald en dat KRW doelbereik in 2027 ook niet in zicht is, betekent dat stevige inzet nodig is om deze doelen zo spoedig mogelijk alsnog te halen. Het Rijk moet duidelijk aangeven hoe zij het generieke beleid gaat aanscherpen om hieraan bij te dragen. In de provinciale gebiedsprogramma’s moet hiervoor een pakket van maatregelen worden opgenomen waarmee de kwaliteitsdoelen kunnen worden gehaald.
- Geef aan hoe het generieke beleid wordt aangescherpt om de waterkwaliteitsdoelen bij drinkwaterbronnen (tijdig) te bereiken.
- Zorg dat in gebiedsprogramma’s een samenhangend maatregelenpakket wordt opgenomen, gericht op het tijdig halen van de KRW-doelen bij drinkwaterbronnen en het halen van de specifieke doelen voor bestrijdingsmiddelen.
Naast het nemen van nieuwe maatregelen is meer aandacht nodig voor toezicht en handhaving van bestaande maatregelen. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat veel agrariërs zich in de praktijk onvoldoende bewust zijn van het feit dat in grondwaterbeschermingsgebieden restricties gelden voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen.
Zet steviger in op bewustwording en effectief toezicht en handhaving van huidig beleid en regelgeving. Focus hierbij op de bescherming van drinkwaterbronnen.
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.