Een problematische cocktail van bestrijdingsmiddelen in onze drinkwaterbronnen
Blog - 11 april 2025
Bescherming van de drinkwaterbronnen – grondwater en oppervlaktewater – is essentieel voor de productie van schoon drinkwater. Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water moet de kwaliteit van de bronnen verbeteren zodat de benodigde zuiveringsinspanning om drinkwater te maken kan worden verlaagd. In de praktijk komen echter verschillende stoffen in de drinkwaterbronnen voor die een knelpunt vormen voor drinkwaterproductie. Eén categorie van deze problematische stoffen zijn gewasbeschermingsmiddelen. Deze stoffen kunnen zowel van binnen de landbouw als daarbuiten afkomstig zijn. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gewasbeschermingsmiddelen en hun metabolieten vaak voorkomen in oppervlakte- en grondwater wat gebruikt wordt voor de productie van drinkwater.
Uit een recent gepubliceerde studie van KWR (2018) op basis van monitoringdata van de drinkwater-bedrijven uit de periode 2010-2014 blijkt dat bij oppervlaktewater innamepunten en voorraadbekkens resten gevonden zijn van verschillende gewasbeschermingsmiddelen. In veel gevallen zaten daar normoverschrijdende concentraties bij. Ook bij een groot deel van de grondwaterwinningen bestemd voor drinkwaterproductie komen sporen van gewasbeschermingsmiddelen of afbraakproducten voor. Bij ondiepe winningen zonder afdekkende kleilagen worden meer gewasbeschermingsmiddelenresten aangetroffen dan bij diepere winningen.
In de Tweede nota duurzame gewasbescherming (2013-2023) zijn doelen en maatregelen opgenomen voor verduurzaming van het gewasbeschermingsbeleid. Een van deze doelen is om in 2023 nagenoeg geen overschrijdingen meer te hebben van de drinkwaternorm en de milieukwaliteitsnormen in oppervlaktewater. Concreet betekent dit een afname van het aantal overschrijdingen van deze normen ten opzichte van 2013 met 95% en 90%. De Tweede nota duurzame gewasbescherming wordt op dit moment geëvalueerd, en de verwachting is dat de einddoelen voor de waterkwaliteit met de huidige maatregelen niet gehaald worden. Er zijn daarom aanvullende maatregelen nodig, met name gericht op de bescherming van drinkwaterbronnen.
– Neem aanvullende – preventieve – maatregelen om de doelen uit de Kaderrichtlijn Water en de Tweede nota duurzame gewasbescherming te kunnen halen. Denk hierbij bijv. aan:
o formuleren van specifieke doelen en maatregelen voor het terugdringen van bestrijdingsmiddelenresten in grondwater bestemd voor drinkwaterproductie;
o realiseren van een verbod op niet-professioneel gebruik van bestrijdingsmiddelen;
o uitbreiding van teelt- en spuitvrije zones van 0,5 naar 1,5 meter;
– Onderzoek de mogelijkheden om bij de toelating van werkzame stoffen en middelen rekening te houden met cumulatieve effecten (systeembenadering i.p.v. middel specifiek).
Naast preventieve (nieuwe) maatregelen is meer aandacht nodig voor toezicht en handhaving van bestaande maatregelen. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat veel agrariërs zich in de praktijk onvoldoende bewust zijn van het feit dat in grondwaterbeschermingsgebieden restricties gelden voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, en dat middelen met risicovolle stoffen hier niet toegepast mogen worden.
Zet vol in op effectief toezicht en handhaving van huidig beleid en regelgeving, en focus hierbij op bescherming van drinkwaterbronnen.
Sinds 2013 zijn toelatinghouders verplicht om een Emissiereductieplan (ERP) op te stellen voor gewasbeschermingsmiddelen die de milieukwaliteitsnormen overschrijden. Metingen van waterbeheerders worden gebruikt om normoverschrijdende gewasbeschermingsmiddelen op te sporen en gericht aan te pakken. Maatregelen in het ERP kunnen gericht zijn op aanscherping van de toelating, het nemen van gebruiksmaatregelen of het verbeteren van de naleving. Op dit moment wordt bij het in beeld brengen van de middelen waarvoor ERP’s opgesteld moeten worden niet gekeken naar monitoringsgegevens van stoffen die tot problemen leiden in drinkwaterbronnen.
Betrek bij de bepaling van middelen waarvoor een Emissiereductieplan moet worden opgesteld ook monitoringsgegevens van normoverschrijdingen bij drinkwaterbronnen.
In het toekomstige Gemeenschappelijk landbouwbeleid zal meer aandacht moeten zijn voor de bescherming van drinkwaterbronnen (zowel grond- als oppervlaktewater) in relatie met gewas-beschermingsmiddelen. Het is van belang om de doelen, normen en maatregelen in het Europese landbouwbeleid beter af te stemmen op de doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water; zorg dus voor ‘verblauwing’ van het GLB. Neem maatregelen op in het GLB rond gewasbescherming waarbij de verbetering van de kwaliteit van bodem en water voorop staat, vooral als het grondwaterbeschermingsgebieden betreft.
Zorg voor een ‘verblauwing’ van het GLB door de verbetering van waterkwaliteit en de bescherming van drinkwaterbronnen op te nemen in de doelen van het GLB.
Recent heeft het Ministerie van LNV de Toekomstvisie gewasbescherming 2030 gepubliceerd, mede opgesteld door organisaties uit de land- en tuinbouw, de gewasbescherming-, natuur- en de watersector (waaronder Vewin). In deze visie is de ambitie opgenomen om in 2030 nagenoeg geen emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu meer te hebben. De visie streeft naar een duurzaam producerende land- en tuinbouw in 2030. Inhoudelijk wordt aangehaakt bij de Kringlooplandbouw visie van de minister van LNV. Het is belangrijk voor de drinkwatersector dat de bestaande doelstellingen voor beperking van de emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu (zoals in de Tweede nota duurzame gewasbescherming in 2023 en de Kaderrichtlijn Water in 2027) worden doorgetrokken tot nagenoeg nul in 2030. Dit jaar zal een uitvoeringsprogramma worden opgesteld om de doelen uit de Toekomstvisie te kunnen halen. De visie onderstreept dat de aanpak van gewasbeschermingsmiddelen in drinkwaterbronnen daadkrachtig moet worden ingevuld.
Zorg voor een daadkrachtige en ambitieuze invulling van het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie gewasbescherming, om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar drinkwaterbronnen zo spoedig mogelijk terug te dringen, tot nagenoeg nul in 2030.
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.