Direct naar content

Aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur

16 december 2024 Actueel standpunt

drs. Arjen Frentz

Manager Beleid, plv. directeur

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen & Kwaliteit

drs. Arjen Frentz

Manager Beleid, plv. directeur

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen & Kwaliteit

Drinkwaterbronnen staan onder druk

Waterkwaliteit

De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen juist slechter wordt. Uit verschillende rapporten (zoals het RIVM rapport Staat drinkwaterbronnen (2020)) blijkt dat in een groot deel van de winningen voor drinkwaterproductie probleemstoffen in normoverschrijdende concentraties worden aangetroffen. Daarnaast is ‘vergrijzing’ van het grondwater een toenemend probleem: lage concentraties van een cocktail van stoffen zijn vrijwel overal aanwezig. Het is duidelijk dat er een stevige inzet nodig is om de waterkwaliteit van drinkwaterbronnen te verbeteren. Niet alleen om te kunnen voldoen aan de normen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), maar ook omdat in de KRW staat dat drinkwaterbronnen zodanig beschermd moeten worden dat de kwaliteit niet verslechtert en de zuiveringsinspanning die nodig is om drinkwater te maken verlaagd moet kunnen worden.

In haar rapport over de Kaderrichtlijn Water ‘Goed water, goed geregeld’ (mei 2023) concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) dat met het huidige Nederlandse beleid de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 redelijkerwijs niet meer gehaald kunnen worden. Zonder aangescherpte beleidsaanpak zal dit ook na 2027 waarschijnlijk niet lukken. Daarnaast concludeert de raad dat provincies, waterschappen en gemeenten nog nauwelijks invulling geven aan hun wettelijke zorgplicht voor de bescherming van drinkwaterbronnen.

Waterkwantiteit
De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende drinkwatervraag door bevolkingsgroei, economische groei, en regionaal stedelijke uitbreiding. Alle drinkwaterbedrijven hebben vóór 2030 extra productiecapaciteit nodig, soms al nu of op zeer korte termijn (RIVM, april 2023). Het is helemaal niet zeker dat dit tijdig lukt, omdat ze tegen steeds meer juridische en bestuurlijke belemmeringen aanlopen bij de vergunningverlening. Zonder snelle actie van alle betrokken partijen, met name provincies en Rijk, kunnen de drinkwaterbedrijven tot 2030 en daarna niet aan de stijgende vraag naar drinkwater voldoen.

Doelen drinkwaterbronnen

Waterkwaliteit

Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moet in 2027 voldaan zijn aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, en moeten daarnaast de normen uit de Grondwaterrichtlijn (GWR) worden gehaald in alle grondwaterlichamen in Nederland. Voor nitraat is de norm 50 mg/l. Voor bestrijdingsmiddelen (incl. humaan toxicologisch relevante metabolieten) is de norm 0,1 μg/l, en geldt er voor grondwater een som-norm van 0,5 μg/l.

Specifiek voor drinkwaterbronnen is opgenomen dat ze zodanig beschermd moeten worden dat de kwaliteit van de bronnen niet verslechtert, en dat de zuiveringsinspanning die nodig is om drinkwater temaken verlaagd moet kunnen worden. Voor dit laatste is het van belang om naar een groter stoffenpakket te kijken dan alleen nitraat en bestrijdingsmiddelen (o.a. PFAS).

Daarnaast zijn er nationale doelen vastgesteld voor de kwaliteit van drinkwaterbronnen:

  • Nitraat
    In de Bestuursovereenkomst nitraat in grondwaterbeschermingsgebieden die in 2017 is gesloten tussen LNV, IenW, IPO, LTO en Vewin is afgesproken dat in 34 kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden (waar water wordt onttrokken voor drinkwaterproductie) de nitraatconcentraties in het ondiepe grondwater uiterlijk in 2025 blijvend onder de wettelijke norm van 50 mg/l moeten zijn. Hiervoor is een (vrijwillige) gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt, die gedeeltelijk resultaat heeft gehad. Uit onderzoek van KWR en CLM (2022) en WenR (2024) blijkt dat het doel in een groot deel van de gebieden met deze aanpak naar verwachting niet bereikt zal worden. Hiervoor zijn aanvullende maatregelen nodig die niet onder de aanpak van de bestuursovereenkomst vallen.
  • Bestrijdingsmiddelen
    In de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023 zijn doelen opgenomen voor het verminderen van normoverschrijdingen door bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Uit de tussenevaluatie door PBL is gebleken dat het tussendoel voor 2018, een afname van deze normoverschrijdingen met 50% ten opzichte van 2013, niet is gehaald. In het Compendium voor de Leefomgeving is geconstateerd dat het einddoel voor 2023, een afname van
    95% ten opzichte van 2013, ook niet gehaald is. In september 2020 is het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 gepubliceerd. Hierin is het doel opgenomen om in 2030 nagenoeg geen emissies van bestrijdingsmiddelen naar het milieu meer te hebben.

Waterkwantiteit
De minister van IenW heeft na publicatie van het RIVM rapport ‘Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030’ in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat er een Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen opgesteld zal worden door Vewin, IPO en IenW, om de waterbeschikbaarheid voor de levering van drinkwater voor de periode 2023 tot 2030 te waarborgen. Met dit actieprogramma zijn knelpunten concreet in beeld gebracht, inclusief oplossingen en bijbehorende acties. Het actieprogramma wordt naar verwachting in januari 2025 opgeleverd.

Aanpak ruimte voor landbouw en natuur

Waterkwaliteit

Eind november 2024 heeft de minister van LVVN de nieuwe aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur gepresenteerd. Deze aanpak vervangt het gestopte Nationaal programma Landelijk Gebied (NPLG). Het NPLG bood kansen voor een betere bescherming van drinkwaterbronnen. De RLN aanpak kan hier ook een bijdrage aan leveren, maar dan moet de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen hierin wel prioriteit krijgen.

In de aanpak RLN worden alle bestaande doelen voor natuur, water en klimaat samengebracht die betrekking hebben op de landbouw en het landgebruik in het landelijk gebied. De aanpak RLN heeft een gebiedsgerichte focus, waarbij het zwaartepunt ligt op gebieden met extra uitdagingen. Dit zijn onder andere gebieden rondom kwetsbare Natura2000-gebieden, en ‘gebieden waar gewerkt moet worden aan de vermindering van de uit- en afspoeling van nitraat, fosfaat en gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw naar het grondwater’. Hierbij noemt de minister specifiek grondwaterbeschermingsgebieden.

Om bij te dragen aan de (Europese) doelen voor natuur, water en klimaat worden gebiedsgericht financiële middelen ingezet uit het stelsel van Agrarisch Natuurbeheer (ANB). Maar het is nog onduidelijk wat de RLN-aanpak en focus op specifieke gebieden precies inhoudt; dit moet nog worden uitgewerkt. Hierbij wil de minister ook een relatie leggen met de (concept) gebiedsprogramma’s die onder regie van de provincies zijn opgesteld als onderdeel van het NPLG.

Om drinkwaterbronnen goed te kunnen beschermen tegen verdere verontreiniging is het van belang dat de specifieke doelen voor de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen expliciet worden opgenomen in de aanpak RLN.

Geef de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen prioriteit in de aanpak RLN. Neem hiervoor de bestaande specifieke doelen op voor het tegengaan van de verontreiniging van drinkwaterbronnen.
Deze doelen zijn:

  • In 2025: blijvend voldoen aan de nitraatnorm van 50 mg/l in het grondwater binnen grondwaterbeschermingsgebieden (deelnemend aan de bestuursovereenkomst nitraat);
  •  In 2027: voldoen aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Daarnaast voldoen aan de GWR-normen in alle grondwaterlichamen in Nederland (dit is 50 mg/l voornitraat; 0,1 μg/l (individuele stof) en 0,5 μg/l (som) voor bestrijdingsmiddelen);
  • Continu: geen verslechtering van de waterkwaliteit in oppervlaktewater en grondwater bestemd voor drinkwaterproductie. Dit betreft bijvoorbeeld ook chloride en (zeer) zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Op termijn verbetering van deze waterkwaliteit zodat de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie kan worden verlaagd.

Er is een stevige inzet nodig om de doelen voor drinkwaterbronnen zo spoedig mogelijk alsnog te halen. In de (grondwaterbeschermings-)gebieden bij drinkwaterbronnen moeten maatregelen worden genomen waarmee de kwaliteitsdoelen kunnen worden gehaald.
Daarnaast moet het Rijk ook duidelijk aangeven hoe zij het generieke (landelijke) beleid gaat aanscherpen om bij te dragen aan het halen van alle doelen, niet alleen bij grondwater, maar ook bij oppervlaktewater
bestemd voor drinkwaterproductie.

  • Geef aan hoe het generieke (landelijke) beleid wordt aangescherpt om de doelen bij drinkwaterbronnen (tijdig) te bereiken, niet alleen bij grondwater, maar ook bij oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie.
  • Zorg dat het (tijdig) halen van de KRW-doelen en de doelen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen bij drinkwaterbronnen onderdeel is van de maatregelenprogramma’s voor de specifieke
    gebieden.

Waterkwantiteit
De maatregelen uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen die moeten zorgen voor voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen om de leveringszekerheid van drinkwater te waarborgen, zullen ook verwerkt moeten worden in de maatregelenprogramma’s voor de gebieden. Het is hierbij nodig om de huidige drinkwaterbronnen te (blijven) beschermen en ervoor te zorgen dat deze volledig kunnen worden benut, en tijdig nieuwe bronnen voor drinkwater aan te wijzen, deze te beschermen en ruimte te geven om deze ook daadwerkelijk te kunnen benutten.

Verwerk de maatregelen uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030 in de gebiedsprogramma’s, om te zorgen voor voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen en om de leveringszekerheid van drinkwater te waarborgen.

Betrokkenheid drinkwaterbedrijven
Het is van belang om de drinkwaterbedrijven goed te (blijven) betrekken bij de uitwerking van de maatregelen in de gebiedsprogramma’s, zodat ze hun kennis kunnen inbrengen van de problematiek in de regio en mee kunnen denken over mogelijke oplossingsrichtingen.
Betrokkenheid van de drinkwaterbedrijven is ook relevant omdat zij vaak ook natuurbeheerders zijn. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie van het landelijk gebied in de samenhangende, gebiedsgerichte en toekomstbestendige aanpak die de aanpak RLN voor ogen heeft. Natuurherstel binnen en buiten natuurgebieden draagt ook bij aan andere doelen: schoner water, klimaatadaptatie, een gezonde bodem en een duurzame natuurinclusieve landbouw.

Betrek de drinkwaterbedrijven actief bij de uitwerking van de aanpak RLN in de gebiedsprogramma’s, niet alleen vanwege hun kennis op het gebied van drinkwaterproductie, maar ook vanuit hun rol als natuurbeheerder.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*