CD Ruimtelijke Ordening 2 oktober 2024
Standpunt - 25 september 2024
​Schoon water in voldoende hoeveelheid is essentieel voor zowel de landbouw- als de drinkwatersector. Drinkwaterbronnen staan onder andere onder druk door stoffen afkomstig uit de landbouw, zoals nitraat en gewasbeschermingsmiddelen. De herziening van het Gemeenschappelijk LandÂbouwbeleid is een belangrijk moment om in te zetten op verdere verduurzaming van de landbouw en het voorkómen van verontreiniging van bodem en water door landbouwemissies.
Op 25 juni 2021 bereikten onderhandelaars van het Europees Parlement en de Lidstaten (Raad) een compromisakkoord over de belangrijkste punten van het toekomstige Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) 2023-2027. Vewin had graag meer ambitie gezien in het GLB om bij te dragen aan het halen van Europees vastgestelde milieu- en waterdoelen. De Europese basiseisen voor GLB steun zijn helaas niet specifiek gericht op verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van drinkwater-bronnen. Dit terwijl uit de Nationale analyse Waterkwaliteit en uit onderzoek van het RIVM (rapport ‘Staat Drinkwaterbronnen’, 2020) blijkt dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen onder toenemende druk staat en dat deze de afgelopen jaren niet significant is verbeterd. De doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn voor deze wateren nog niet in zicht, terwijl deze uiterlijk in 2027 gehaald moeten zijn. Een effectieve aanpak van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen uit de landbouw is cruciaal om de waterkwaliteitsdoelen te kunnen bereiken.
De lidstaten hebben veel ruimte om het GLB verder in te vullen in het Nationaal Strategisch Plan (NSP) en hierbij aan te sluiten bij de nationale situatie. Het is daarom van groot belang dat Nederland in het NSP de verbetering van de bodem- en waterkwaliteit prioriteit geeft. De bescherming van drinkwaterbronnen moet daarbij extra aandacht krijgen.
Geef bij de invulling van het NSP prioriteit aan de verbetering van bodem- en waterkwaliteit, met extra aandacht voor de bescherming van drinkwaterbronnen.
Vewin had graag gezien dat de verbetering van de kwaliteit en kwantiteit van drinkwaterbronnen expliciet opgenomen was in de basiseisen voor GLB-steun, de zogenoemde conditionaliteitseisen voor boeren. Omdat dit niet is gebeurd, is het van belang om goed gebruik te maken van de andere instrumenten van het GLB waarmee gewerkt kan worden aan een verbetering van waterkwaliteit en ‑kwantiteit, zoals de nieuwe eco-regeling. Deze heeft als doel om boeren vrijwillige eco-activiteiten te laten ondernemen ter verbetering van klimaat en leefomgeving. Daarnaast zal het al bestaande Agrarisch Natuur en Land-schapsbeheer (ANLb) van het GLB zich ook gaan richten op klimaat- en waterdoelen.
In het WUR rapport ‘Naar een doeltreffend en doelmatig Nationaal Strategisch Plan’ (2021) wordt aanbevolen om het NSP zoveel mogelijk gebiedsgericht in te vullen, en voor de ecoregeling een gebiedsgerichte invulling als uitgangspunt te nemen, om de beschikbare middelen zo goed mogelijk te benutten en de opgaven op het gebied van o.a. water beter te kunnen realiseren. Daarnaast wordt aanbevolen om in het NSP royaal in te zetten op kennis en innovatie en op omschakelsubsidies voor een duurzamere bedrijfsvoering. Het GLB moet gebiedsgericht oplossingen bieden voor specifieke opgaven en daarbij boeren steunen in de gevolgen die dat voor hen heeft. Er wordt echter ook aangegeven dat het Verdrag van de EU bepaalt dat het principe ‘de vervuiler betaalt’ t.a.v. milieudoelstellingen het leidende principe is, en dat voor milieutechnische opgaven scherpere normstelling niet uit de weg moet worden gegaan. Voor nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen ligt hierbij een sterke relatie met het beleid in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn en de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030.
Op basis van voorgaande vindt Vewin dat de volgende zaken in het NSP moeten worden opgenomen:
Neem maatregelen op in de eco-regeling die de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen aantoonbaar verbeteren. Geef boeren in grondwaterbeschermings-gebieden en nabij innamepunten vergoedingen voor o.a.:
inwinnen van onafhankelijk advies op het gebied van de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming (IPM), nutriëntenbeheer en duurzaam bodemgebruik, en uitvoering van de voorgestelde maatregelen;
(gedeeltelijk) overstappen naar meer duurzame landbouw, bijv. zonder gebruik van chemische middelen;
de certificerings- en keuringskosten die ze moeten maken om aan te tonen dat ze emissieloos of biologisch werken.
Geef extra aandacht in het GLB Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer aan de bescherming van drinkwaterbronnen, o.a. door:
financieel stimuleren van de oprichting van collectieven in grondwaterbeschermings-gebieden die maatregelen nemen ter verbetering van de waterkwaliteit.
Specifiek voor nitraat: steun vrijwillige maatregelen via het GLB die verdergaan dan de wettelijke norm. Maak maatregelen verplicht via nationaal beleid (7e NAP) die de waterkwaliteit in grondwaterbeschermingsgebieden verbeteren en zorgen dat het nitraatdoel hier tijdig wordt gehaald (gedurende de looptijd van het 7e NAP, d.w.z. uiterlijk in 2025);
Regel conform advies van de WUR dat er bufferzones rond Natura2000 gebieden komen, en doe dit ook rond grondwaterbeschermingsgebieden die geen Natura2000 gebied zijn:
extensiveer de landbouw in deze bufferzones om meerdere doelen te halen (stikstof, CO2, waterbeheer, waterkwaliteit);
compenseer boeren in deze gebieden voor hun inkomstenderving via het GLB.
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.