NPLG van tafel, maar opgaven voor drinkwaterbronnen blijven
Nieuws - 6 september 2024
Waterkwaliteit
De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen juist slechter wordt. Het uiterlijk in 2027 bereiken van de afgesproken doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water is daardoor ernstig in gevaar. Uit verschillende rapporten (zoals de Nationale Analyse Waterkwaliteit (PBL, 2020) en het RIVM rapport Staat drinkwaterbronnen (2020)) blijkt dat in een groot deel van de winningen voor drinkwaterproductie probleemstoffen in normoverschrijdende concentraties worden aangetroffen. Daarnaast is ‘vergrijzing’ van het grondwater een toenemend probleem: lage concentraties van een cocktail van stoffen zijn vrijwel overal aanwezig. Het is duidelijk dat er een stevige inzet nodig is om de waterkwaliteit van drinkwaterbronnen te verbeteren. Niet alleen om te kunnen voldoen aan de normen uit de KRW, maar ook omdat in de KRW staat dat drinkwaterbronnen zodanig beschermd moeten worden dat de kwaliteit niet verslechtert en de zuiveringsinspanning die nodig is om drinkwater te maken verlaagd moet kunnen worden.
In haar rapport over de Kaderrichtlijn Water ‘Goed water, goed geregeld’ (11 mei 2023) concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) dat met het huidige Nederlandse beleid de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 redelijkerwijs niet meer gehaald kunnen worden. Zonder aangescherpte beleidsaanpak zal dit ook na 2027 waarschijnlijk niet lukken. Daarnaast concludeert de raad dat provincies, waterschappen en gemeenten nog nauwelijks invulling geven aan hun wettelijke zorgplicht voor de bescherming van drinkwaterbronnen.
Waterkwantiteit
De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende drinkwatervraag door bevolkingsgroei, economische groei, en regionaal stedelijke uitbreiding. Alle drinkwaterbedrijven hebben vóór 2030 extra productiecapaciteit nodig, soms al nu of op zeer korte termijn (RIVM, april 2023). Het is helemaal niet zeker dat dit tijdig lukt, omdat ze tegen steeds meer juridische en bestuurlijke belemmeringen aanlopen bij de vergunningverlening. Zonder snelle actie van alle betrokken partijen, met name provincies en Rijk, kunnen de drinkwaterbedrijven tot 2030 en daarna niet aan de stijgende vraag naar drinkwater voldoen.
Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moet in 2027 voldaan zijn aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, en moeten daarnaast de normen uit de Grondwaterrichtlijn (GWR) worden gehaald in alle grondwaterlichamen in Nederland. Voor nitraat is de KRW- en GWR-norm 50 mg/l. Voor bestrijdingsmiddelen (incl. humaan toxicologisch relevante metabolieten) is de norm 0,1 μg/l, en geldt er voor grondwater een som-norm van 0,5 μg/l.
Specifiek voor drinkwaterbronnen is opgenomen dat ze zodanig beschermd moeten worden dat de kwaliteit van de bronnen niet verslechtert, en dat de zuiveringsinspanning die nodig is om drinkwater te maken verlaagd moet kunnen worden. Voor dit laatste is het nodig om naar een veel groter stoffenpakket te kijken dan alleen nitraat en bestrijdingsmiddelen (o.a. PFAS).
Daarnaast zijn er nationale doelen vastgesteld voor nitraat en bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen:
Waterkwaliteit
Het NPLG en de provinciale gebiedsprogramma’s bieden kansen voor een betere bescherming van de bronnen voor drinkwaterproductie, ingepast in een toekomstbestendig ingericht landelijk gebied. Eén van de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied is om de doelen uit de KRW en de Nitraatrichtlijn via gebiedsgerichte programma’s te realiseren. Gezien de grote opgaven waar de drinkwatersector voor staat pleit Vewin ervoor dat de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwaterbronnen prioriteit krijgt in het NPLG. Dit kan goed door het opnemen van een nieuwe structurerende keuze die zich richt op drinkwaterbronnen. Het Rijk moet zo aan de provincies meegeven dat het halen van de (KRW-)doelen bij drinkwaterbronnen onderdeel moet zijn van de provinciale gebiedsprogramma’s en met prioriteit moet worden gerealiseerd. Hiervoor is het ook van belang dat de specifieke doelen voor de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen expliciet worden opgenomen in het NPLG. Algemene verwijzingen naar KRW-doelen, zoals nu gebeurt, geven te weinig houvast.
Geef de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen prioriteit in het NPLG. Neem in het verlengde van de keuzes in Water en bodem sturend een nieuwe structurerende keuze op in het NPLG die zich richt op ‘Bescherming kwaliteit en beschikbaarheid drinkwaterbronnen’.
Zorg dat het (tijdig) halen van de KRW-doelen bij drinkwaterbronnen expliciet onderdeel is van de provinciale gebiedsprogramma’s.
Neem de bestaande specifieke doelen voor het tegengaan van de verontreiniging van drinkwaterbronnen als randvoorwaarde op in het NPLG.Deze doelen zijn:
In 2023: een afname van 95% (t.o.v. 2013) van het aantal normoverschrijdingen door bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie;
In 2025: blijvend voldoen aan de nitraatnorm van 50 mg/l in het grondwater binnen grondwaterbeschermingsgebieden (deelnemend aan de bestuursovereenkomst nitraat);
In 2027: voldoen aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Daarnaast voldoen aan de GWR-normen in alle grondwaterlichamen in Nederland (dit is 50 mg/l voor nitraat; 0,1 μg/l (individuele stof) en 0,5 μg/l (som) voor bestrijdingsmiddelen);
Continu: geen verslechtering van de waterkwaliteit in oppervlaktewater en grondwater bestemd voor drinkwaterproductie. Dit betreft bijvoorbeeld ook chloride en (zeer) zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Op termijn verbetering van deze waterkwaliteit zodat de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie kan worden verlaagd.
Het is ondertussen duidelijk geworden dat het doel voor 2023 voor bestrijdingsmiddelen niet gehaald is en het doel voor 2025 voor nitraat niet meer tijdig gehaald zal worden (in elk geval niet overal). Dit betekent dat stevig ingezet moet worden om deze doelen zo spoedig mogelijk alsnog te halen. Het Rijk moet duidelijk aangeven hoe zij het generieke beleid gaat aanscherpen om bij te dragen aan het halen van alle doelen. In de provinciale gebiedsprogramma’s moet hiervoor een pakket van maatregelen worden
opgenomen waarmee de kwaliteitsdoelen kunnen worden gehaald.
Geef aan hoe het generieke beleid wordt aangescherpt om de doelen bij drinkwaterbronnen (tijdig) te bereiken.
Zorg dat in de gebiedsprogramma’s een samenhangend en afrekenbaar maatregelenpakket wordt opgenomen, gericht op tijdige KRW-doelrealisatie bij drinkwaterbronnen en het halen van de specifieke doelen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen.
Waterkwantiteit
De maatregelen uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen die moeten zorgen voor voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen om de leveringszekerheid van drinkwater te waarborgen, zullen ook verankerd moeten worden in de provinciale gebiedsprogramma’s. Het is hierbij nodig om de huidige drinkwaterbronnen te (blijven) beschermen en ervoor te zorgen dat deze volledig kunnen worden benut, en tijdig nieuwe bronnen voor drinkwater aan te wijzen, deze te beschermen en ruimte te geven om deze ook daadwerkelijk te kunnen benutten.
Veranker de maatregelen uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030 in de provinciale gebiedsprogramma’s, om te zorgen voor voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen en om de leveringszekerheid van drinkwater te waarborgen.
Betrokkenheid drinkwaterbedrijven
Het is van belang om de drinkwaterbedrijven goed te (blijven) betrekken bij de uitwerking van de (structurerende) keuzes in de gebiedsprogramma’s, zodat ze hun kennis kunnen inbrengen van de problematiek in de regio en mee kunnen denken over mogelijke oplossingsrichtingen. Het kan hierbij nuttig zijn om provinciale gebiedsregisseurs aan te stellen specifiek voor drinkwaterbronnen, die zorgen dat het drinkwater een goede plek krijgt in elk gebiedsprogramma.
Betrokkenheid van de drinkwaterbedrijven is ook relevant omdat zij vaak ook natuurbeheerders zijn. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie van het landelijk gebied in de samenhangende, gebiedsgerichte en toekomstbestendige aanpak die het NPLG voor ogen heeft. Natuurherstel binnen en buiten natuurgebieden draagt ook bij aan andere doelen: schoner water, klimaatadaptatie, een gezonde bodem en een duurzame natuurinclusieve landbouw.
- Betrek de drinkwaterbedrijven actief bij de uitwerking van het NPLG in de provinciale gebiedsprogramma’s, niet alleen vanwege hun kennis op het gebied van drinkwaterproductie, maar ook vanuit hun rol als natuurbeheerder.
Verder lezen? Vewin biedt meer informatie over dit onderwerp. Klik hiernaast om naar een gerelateerde pagina te gaan.