Direct naar content

Nationaal Programma Landelijk Gebied

​Drinkwaterbronnen staan onder druk

De kwaliteit van drinkwaterbronnen staat in toenemende mate onder druk en is de afgelopen jaren niet significant verbeterd. Verontreinigingen afkomstig uit de landbouw, industrie en huishoudens zorgen ervoor dat de kwaliteit van drinkwaterbronnen juist slechter wordt. Het uiterlijk in 2027 bereiken van de afgesproken doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water is daardoor ernstig in gevaar. Drinkwater-bedrijven die oppervlaktewater als drinkwaterbron gebruiken, hebben steeds meer te maken met verzilting en met de aanwezigheid van PFAS en andere zeer zorgwekkende stoffen in het oppervlakte-water. De zuiveringsinspanningen worden daardoor steeds groter, terwijl de KRW juist een verlaging van deze zuiveringsinspanning tot doel stelt. Daarnaast is ‘vergrijzing’ van het grondwater een toenemend probleem: lage concentraties van een cocktail van stoffen zijn vrijwel overal aanwezig.

28 februari 2024 Oud standpunt

drs. Arjen Frentz

Manager Beleid, plv. directeur

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen & Kwaliteit

drs. Arjen Frentz

Manager Beleid, plv. directeur

Mirja Baneke

Stuurgroepsecretaris Bronnen & Kwaliteit

In haar rapport over de Kaderrichtlijn Water ‘Goed water, goed geregeld’ (11 mei 2023) concludeert de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) dat met het huidige Nederlandse beleid de doelen van de Kaderrichtlijn Water in 2027 redelijkerwijs niet meer gehaald kunnen worden. Zonder aangescherpte beleidsaanpak zal dit ook na 2027 waarschijnlijk niet lukken. Daarnaast concludeert de raad dat provincies, waterschappen en gemeenten nog nauwelijks invulling geven aan hun wettelijke zorgplicht voor de bescherming van drinkwaterbronnen.

De drinkwaterbedrijven hebben te maken met een toenemende drinkwatervraag door bevolkingsgroei, economische groei, en regionaal stedelijke uitbreiding. Alle drinkwaterbedrijven hebben vóór 2030 extra productiecapaciteit nodig, soms al nu of op zeer korte termijn (RIVM, april 2023). Het is helemaal niet zeker dat dit tijdig lukt, omdat ze tegen steeds meer juridische en bestuurlijke belemmeringen aanlopen bij de vergunningverlening. Zonder snelle actie van alle betrokken partijen, met name provincies en Rijk, kunnen de drinkwaterbedrijven tot 2030 en daarna niet aan de stijgende vraag naar drinkwater voldoen.

Doelen drinkwaterbronnen

Volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) moet in 2027 voldaan zijn aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie, en moeten daarnaast de normen uit de Grondwaterrichtlijn (GWR) worden gehaald in alle grondwaterlichamen in Nederland. Voor nitraat is de KRW- en GWR-norm 50 mg/l. Voor bestrijdingsmiddelen (incl. humaan toxicologisch relevante metabolieten) is de norm 0,1 µg/l, en geldt er voor grondwater een som-norm van 0,5 µg/l. Specifiek voor drinkwaterbronnen is daarnaast opgenomen dat ze zodanig beschermd moeten worden dat de kwaliteit van de bronnen niet verslechtert, en dat de zuiveringsinspanning die nodig is om drinkwater te maken verlaagd moet kunnen worden. Voor dit laatste is het nodig om naar een veel groter stoffenpakket te kijken dan alleen nitraat en bestrijdingsmiddelen (o.a. PFAS).

Daarnaast zijn er nationale doelen vastgesteld voor nitraat en bestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen

  • Nitraat
    In de Bestuursovereenkomst nitraat in grondwaterbeschermingsgebieden die in 2017 is gesloten tussen LNV, IenW, IPO, LTO en Vewin is afgesproken dat in 34 kwetsbare grondwaterbeschermings-gebieden (waar water wordt onttrokken voor drinkwaterproductie) de nitraatconcentraties in het ondiepe grondwater uiterlijk in 2025 blijvend onder de wettelijke norm van 50 mg/l moeten zijn. Hiervoor is een (vrijwillige) gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt, die gedeeltelijk resultaat heeft gehad. Uit onderzoek van KWR en CLM (2022) blijkt dat het doel in een groot deel van de gebieden met deze aanpak naar verwachting niet bereikt zal worden. Hiervoor zijn aanvullende maatregelen nodig die niet onder de aanpak van de bestuursovereenkomst vallen.
  • Bestrijdingsmiddelen
    In de Tweede nota duurzame gewasbescherming 2013-2023 zijn doelen opgenomen voor het verminderen van normoverschrijdingen door bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Uit de tussenevaluatie door PBL is gebleken dat het tussendoel voor 2018, een afname van deze normoverschrijdingen met 50% ten opzichte van 2013, niet is gehaald. In het Compendium voor de Leefomgeving is in december 2023 geconstateerd dat het einddoel voor 2023, een afname van 95% ten opzichte van 2013, buiten bereik lijkt. In september 2020 is het uitvoeringsprogramma van de Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 gepubliceerd. Hierin is het doel opgenomen om in 2030 nagenoeg geen emissies van bestrijdingsmiddelen naar het milieu meer te hebben. Het doel voor 2023 uit de Tweede nota is als tussendoel opgenomen.

De minister van IenW heeft na publicatie van het RIVM rapport ‘Waterbeschikbaarheid voor de bereiding van drinkwater tot 2030’ in een begeleidende brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat er een Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen opgesteld zal worden door Vewin, IPO en IenW, om de waterbeschikbaarheid voor de levering van drinkwater voor de periode 2023 tot 2030 te waarborgen. Met dit actieprogramma worden knelpunten concreet in beeld gebracht, inclusief oplossingen en bijbehorende acties. Het actieprogramma wordt naar verwachting in juli 2024 opgeleverd.

Nationaal programma landelijk gebied


Waterkwaliteit

Het NPLG en de provinciale gebiedsprogramma’s bieden kansen voor een betere bescherming van de bronnen voor drinkwaterproductie, ingepast in een toekomstbestendig ingericht landelijk gebied. Eén van de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied is om de doelen uit de KRW en de Nitraatricht-lijn via gebiedsgerichte programma’s te realiseren. Gezien de grote opgaven waar de drinkwatersector voor staat pleit Vewin ervoor dat de verbetering van de kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwater-bronnen prioriteit krijgt in het NPLG. Dit kan goed door het opnemen van een nieuwe structurerende keuze die zich richt op drinkwaterbronnen. Het Rijk moet zo aan de provincies meegeven dat het halen van de (KRW‑)doelen bij drinkwaterbronnen onderdeel moet zijn van de provinciale gebiedsprogramma’s en met prioriteit moet worden gerealiseerd. Hiervoor is het ook van belang dat de specifieke doelen voor de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen expliciet worden opgenomen in het NPLG. Algemene verwijzingen naar KRW-doelen, zoals nu gebeurt, geven te weinig houvast.

Geef de verbetering van de kwaliteit van drinkwaterbronnen prioriteit in het NPLG. Neem in het verlengde van de keuzes in Water en bodem sturend een nieuwe structurerende keuze op in het NPLG die zich richt op ‘Bescherming kwaliteit en beschikbaarheid drinkwaterbronnen’.

Geef expliciet aan de provincies mee dat het halen van de (KRW-)doelen bij drinkwaterbronnen onderdeel moet zijn van de provinciale gebiedsprogramma’s. Beschermde gebieden voor drink-waterproductie moeten aangewezen worden als prioritaire gebieden met een urgente opgave.

Neem de bestaande specifieke doelen voor het tegengaan van de verontreiniging van drink-waterbronnen als randvoorwaarde op in het NPLG, conform de motie De Groot en Van Campen.Deze doelen zijn:

    • In 2023: een afname van 95% (t.o.v. 2013) van het aantal normoverschrijdingen door bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie;
    • In 2025: blijvend voldoen aan de nitraatnorm van 50 mg/l in het grondwater binnen grondwaterbeschermingsgebieden (deelnemend aan de bestuursovereenkomst nitraat);
    • In 2027: voldoen aan de KRW-normen in al het oppervlaktewater bestemd voor drinkwaterproductie. Daarnaast voldoen aan de GWR-normen in alle grondwaterlichamen in Nederland (dit is 50 mg/l voor nitraat; 0,1 µg/l (individuele stof) en 0,5 µg/l (som) voor bestrijdingsmiddelen);
    • Continu: geen verslechtering van de waterkwaliteit in oppervlaktewater en grondwater bestemd voor drinkwaterproductie. Dit betreft bijvoorbeeld ook chloride en (zeer) zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Op termijn verbetering van deze waterkwaliteit zodat de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie kan worden verlaagd.

Het is ondertussen duidelijk geworden dat het doel voor 2023 voor bestrijdingsmiddelen en het doel voor 2025 voor nitraat niet meer tijdig gehaald zullen worden (in elk geval niet overal). Dit betekent dat stevig ingezet moet worden om deze doelen zo spoedig mogelijk alsnog te halen. Het Rijk moet duidelijk aangeven hoe zij het generieke beleid gaat aanscherpen om bij te dragen aan het halen van alle doelen. In de provinciale gebiedsprogramma’s moet hiervoor een pakket van maatregelen worden opgenomen waarmee de kwaliteitsdoelen aantoonbaar kunnen worden gehaald.

Geef aan hoe het generieke beleid wordt aangescherpt om de doelen bij drinkwaterbronnen (tijdig) te bereiken.

Zorg dat in de gebiedsprogramma’s een samenhangend en afrekenbaar maatregelenpakket wordt opgenomen, gericht op tijdige KRW-doelrealisatie bij drinkwaterbronnen en het halen van de specifieke doelen voor nitraat en bestrijdingsmiddelen.

Voldoen aan de KRW betekent ook dat er geen verslechtering van de waterkwaliteit in oppervlaktewater en grondwater bestemd voor drinkwaterproductie mag plaatsvinden. Dit betreft ook chloride en (zeer) zorgwekkende stoffen zoals PFAS. Op termijn moet zodanige verbetering van de waterkwaliteit plaatsvinden dat de zuiveringsinspanning voor drinkwaterproductie kan worden verlaagd.

Waterkwantiteit

De maatregelen uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen die moeten zorgen voor voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen om de leveringszekerheid van drinkwater te waarborgen, zullen ook verankerd moeten worden in de provinciale gebiedsprogramma’s. Het is hierbij nodig om de huidige drinkwaterbronnen te (blijven) beschermen en ervoor te zorgen dat deze volledig kunnen worden benut, en tijdig nieuwe bronnen voor drinkwater aan te wijzen, deze te beschermen en ruimte te geven om deze ook daadwerkelijk te kunnen benutten.

Veranker de maatregelen uit het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030 in de provinciale gebiedsprogramma’s, om te zorgen voor voldoende beschikbaarheid van drinkwaterbronnen en om de leveringszekerheid van drinkwater te waarborgen.

Betrokkenheid drinkwaterbedrijven

Het is van belang om de drinkwaterbedrijven goed te (blijven) betrekken bij de uitwerking van de (structurerende) keuzes in de gebiedsprogramma’s, zodat ze hun kennis kunnen inbrengen van de problematiek in de regio en mee kunnen denken over mogelijke oplossingsrichtingen. Het kan hierbij nuttig zijn om provinciale gebiedsregisseurs aan te stellen specifiek voor drinkwaterbronnen, die zorgen dat het drinkwater een goede plek krijgt in elk gebiedsprogramma.

Betrokkenheid van de drinkwaterbedrijven is ook relevant omdat zij vaak ook natuurbeheerders zijn. Zij kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie van het landelijk gebied in de samenhangende, gebiedsgerichte en toekomstbestendige aanpak die het NPLG voor ogen heeft. Natuurherstel binnen en buiten natuurgebieden draagt ook bij aan andere doelen: schoner water, klimaatadaptatie, een gezonde bodem en een duurzame natuur-inclusieve landbouw.

Betrek de drinkwaterbedrijven actief bij de uitwerking van het NPLG in de provinciale gebiedsprogramma’s, niet alleen vanwege hun kennis op het gebied van drinkwaterproductie, maar ook vanuit hun rol als natuurbeheerder.

Alexander van den Honert

Stuurgroepsecretaris Doelmatigheid, Transparantie & Waterketen

honert@vewin.nl

070 349 08 55

Contact

Naam(Vereist)
E-mailadres(Vereist)
Laat ons weten wat je bezighoudt. Heb je een vraag voor ons? Stel hem gerust.
*Verplicht veld

Abonneren Waterspiegel

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Adres*